Een verkennend onderzoeksrapport over discriminatie in de zorg, welzijn en sport.
Naar aanleiding van signalen over bestaande blinde vlekken over dit onderwerp is dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport door Movisie
en het Verwey-Jonker instituut Uit het rapport te constateren dat er nog de nodige stappen moeten
en het Verwey-Jonker instituut Uit het rapport te constateren dat er nog de nodige stappen moeten
worden gezet wat betreft het bevorderen van gelijke kansen en het tegengaan van discriminatie in zorg, welzijn en sport.
De conclusie in een notendop: er is sprake van discriminatie binnen de zorg en de sport, maar
nauwkeurig zicht hierop en evidence based aanpakken ontbreken.
Hoewel de onderzoeken en cijfers nog beperkt zijn voor wat betreft de zorg is er geen
twijfel over mogelijk dat er sprake is van discriminatie: er is nog niet veel onderzocht, maar wanneer er wel onderzoek is, laat dit veelal zien dat discriminatie zich op verschillende gronden en op verschillende manieren manifesteert. Mechanismen die discriminatie in de hand werken en in stand houden, zijn ook deels vergelijkbaar per sector, denk aan stereotypen en vooroordelen over bepaalde groepen die logischerwijs niet alleen spelen op de arbeidsmarkt, de stagemarkt, het onderwijs, de woningmarkt of de sport, maar ook in de zorg. Zowel zorgverleners als patiënten en cliënten hebben hiermee te maken.
Daarnaast zijn er verschillende aanwijzingen dat er wordt gewerkt met richtlijnen, onderzoeken en
protocollen in de zorg die eenzelfde ‘bias’ hebben.
In de sport is er al meer zicht op het probleem en zijn er ook al aanpakken ontwikkeld. Maar ook hier is nog werk te doen: zo is het belangrijk om beter zicht te krijgen op welke aanpak, welk effect heeft.
Er is weinig onderzoek als het gaat om discriminatie in de zorg
In geen enkel beleidsterrein binnen de zorg (curatieve zorg, langdurige zorg, maatschappelijke
ondersteuning en cliëntondersteuning) is al een helder zicht op het probleem. In de ouderenzorg is iets meer zicht op het probleem dan in de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidzorg. Zo is bekend dat lhbti+ ouderen en ouderen met een migratieachtergrond aangeven discriminatie te ervaren en de zorg als niet inclusief te ervaren. In de curatieve zorg is er meer bekend in de tweedelijnszorg dan in de eerstelijnszorg, maar bij allebei gaat dit met name om discriminatie op grond van afkomst. Als het gaat om de maatschappelijke ondersteuning is er nog het meeste onderzoek, maar die gaat met name over sociaal werk, er is geen enkel onderzoek gevonden over discriminatie in het beschermd wonen en de vrouwenopvang. Als het gaat om de dak- en thuislozenopvang zijn er enkel onderzoeken die gaan over discriminatie op grond van seksuele voorkeur en genderidentiteit en deze spitsen zich meer toe op inclusie (hoe sluiten professionals aan bij lhbti-cliënten?) dan op discriminatie.
Er is geen kwantitatieve over (de aard van) discriminatie. Vervolgonderzoek hiernaar wordt bepleit.
Discriminatie wordt vaak niet bij de naam genoemd
In het onderzoek valt op dat discriminatie en racisme vaak niet bij de naam worden genoemd, maar
informatie over de prevalentie en aard van discriminatie onder termen als ‘inclusie’ en ‘positieve cultuur’ worden genoemd. De kennis over discriminatie is daardoor versnipperd en niet altijd even goed vindbaar.
Dat is een probleem omdat de versnippering van kennis over discriminatie een goede bestrijding van
discriminatie in de weg staat. Ook binnen de zorgdomeinen zien we dat discriminatie niet altijd bij de naam wordt genoemd. Er wordt eerder gesproken over bijvoorbeeld ongewenst gedrag
Sport het meest onderzocht
Het beleidsterrein waar het meest onderzoek op is gedaan die we hebben bekeken is sport, waar echter wel bijzonder weinig onderzoek is over discriminatie in de sport op grond van beperking. Het bestaande
onderzoek richt zich met name op discriminatie op grond van afkomst (waarbij soms overlap met religie) en vooral op grond van seksuele voorkeur. Een goed in beeld gebracht probleem is het gebrek aan acceptatie van homo- en biseksualiteit in het mannenvoetbal, al is nog niet helemaal duidelijk hoe de onderliggende problematiek in elkaar zit. Er is al beleid om deze discriminatie op deze gronden tegen te gaan, maar de vraag is of dit voldoende (effectief) is.
Groot verschil in discriminatiegronden
De discriminatiegrond beperking/handicap, de discriminatiegrond religie en de discriminatiegrond sekse
(geslacht) en gender zijn duidelijk het minst onderzocht: wat er bekend is, gaat meestal over discriminatie op grond van afkomst (waar religie wel een rol bij kan spelen) en discriminatie op van seksuele voorkeur.
Het gaat dan echter ook lang niet altijd over discriminatie, maar vaker over de vraag of de zorg aansluit bij lhbti+ patiënten en cliënten en bij patiënten en cliënten met een migratieachtergrond. En binnen specifieke doelgroepen zijn er ook verschillen: zo is er wel enige info over de zorg aan lesbische-, homo- en bi patiënten maar veel minder over transgender patiënten. Juist als het gaat om transgender personen zijn er ernstige signalen dat er discriminatie speelt in de zorg ten aanzien van deze groep.
Cliënten/patiënten die zorg/welzijns-professionals weigeren
Een probleem dat op verschillende beleidsterreinen die gaan over zorg en welzijn terugkomen, is het
probleem van patiënten of cliënten die een zorgverlener weigeren. Het gaat dan met name om patiënten en cliënten zonder migratieachtergrond die een zorgverlener weigeren die een zichtbare migratieachtergrond heeft, van kleur is en/of zichtbaar moslim is. Vooral in de thuiszorg is bekend dat dit voorkomt. Echter er is geen zicht op de prevalentie van het probleem. Wel is duidelijk dat lang niet alle instellingen hier een beleid en aanpak voor hebben over hoe ze hiermee om gaan
Weinig zicht op discriminatie tussen patiënten/cliënten onderling
Er is nog weinig zicht op in hoeverre er discriminatie speelt tussen patiënten en cliënten onderling; denk aan patiënten en cliënten die samen op een ziekenhuiskamer verblijven, die samen in de gehandicaptenzorg of in de ouderenzorg verblijven. Enige uitzondering hierop is onderzoek onder lhbti+ ouderen en de angst voor uitsluiting door medebewoners.
Geen zicht op discriminatie in cliëntondersteuning
Discriminatie in de cliëntondersteuning is een thema dat geheel nog niet onderzocht is: er is daarover geen enkel onderzoek gevonden. Wel is duidelijk dat bepaalde doelgroepen niet goed bereikt worden door de cliëntondersteuning, waaronder mensen met een migratieachtergrond en mensen met een verstandelijke beperking. Of er echter ook sprake is van discriminatie is niet onderzocht en dus ook niet bekend
Weinig zicht op hoe er wordt omgegaan met discriminatie door instellingen
Er is nog weinig op hoe instellingen in de brede sector zorg (curatieve zorg, langdurige zorg,
maatschappelijke ondersteuning en cliëntondersteuning) omgaan met discriminatie (van patiënten/cliënten naar professionals, van professionals naar patiënten/cliënten, cliënten/patiënten onderling, professionals onderling). Onduidelijk is bijvoorbeeld of en hoeveel zorginstellingen beleid of aanpakken hebben tegen discriminatie; is dit bijvoorbeeld 4% van de zorginstellingen of eerder 84%? Op dit moment is dat onbekend; het enige wat duidelijk is uit kwalitatief onderzoek is dat er lang niet altijd een aanpak is. Maar we weten dus niet of de preventie en aanpak van discriminatie door zorginstellingen de regel is of de uitzondering.
Ook is onbekend of de aanpakken die worden gebruikt effectief zijn: werken deze aanpakken? Ook is
onbekend of deze aanpakken in lijn zijn met de wetgeving. Zoals blijkt uit casussen van het College voor de Rechten van de Mens is het bijvoorbeeld niet geoorloofd om een zorgverlener simpelweg over te plaatsen als deze wordt gediscrimineerd, maar dat gebeurt nog wel in de praktijk. Kortom: onbekend is ook welke aanpakken en welk beleid wél goed werken en kunnen zorgen voor structureel minder discriminatie.
Relevant onderzoek uit België, Duitsland en Verenigd Koninkrijk
In omringende landen wordt relevant onderzoek gedaan op de betreffende terreinen: zo is er in België recent onderzoek gedaan naar discriminatie en sociaal werk, is er in Duitsland onderzoek gedaan naar
discriminatie in de sport en in het Verenigd Koninkrijk naar discriminatie van thuiszorgmedewerkers. Dit onderzoek kan als inspiratie of voorbeeld dienen voor onderzoek in Nederland
Aanbevelingen
De opstellers adviseren de volgende vervolgonderzoeken te doen
- Onderzoek naar prevalentie van discriminatie op verschillende gronden in verschillende domeinen in de zorg;
- Onderzoek naar effectieve aanpakken van discriminatie in de zorg;
- Onderzoek naar institutionele vormen van discriminatie in verschillende domeinen in de zorg en wat er aan gedaan kan worden;
- Onderzoek naar discriminatie van mensen met een beperking;
- Onderzoek naar de opleidingen in de zorg.
De minister voor Langdurige Zorg en Sport Conny Helder zal voor de zomer inhoudelijk reageren op de uitkomsten van dit verkennende onderzoek in een bredere voortgangsrapportage van de VWS-brede aanpak discriminatie ongelijke kansen.
01-05-2023
Reacties
Een reactie posten