Studenten leggen ministers vuur na de schenen over slavernijverleden: ‘wat doet de overheid concreet tegen discriminatie’
![]() |
📸 Brunopress |
Als onderdeel van het herdenkingsjaar voor de afschaffing van de slavernij praten in Rotterdam minister Dijkgraaf en staatssecretaris van Huffelen met studenten over de doorwerking van het slavernijverleden.
Op het scherm zijn de vlaggen van verschillende gebieden in de Caribische regio te zien. Om de stemming in de zaal los te krijgen, vragen de presentatoren wie van de aanwezigen uit de gebieden komt. Bij elke vlag breekt er gejuich uit. De laatste vlag is de Nederlandse vlag, de presentator lacht: “Dit is een strikvraag natuurlijk. We zijn allemaal Nederlanders, toch?”
Mensen van allerlei achtergronden zijn naar de Hogeschool Rotterdam gekomen om met bewindspersonen te praten over de doorwerking van het slavernijverleden. Minister van onderwijs Robbert Dijkgraaf en staatssecretaris van koninkrijksrelaties Alexandra van Huffelen gaan met de aanwezigen in gesprek. Minister van sociale zaken en werkgelegenheid Karien van Gennip stond ook op de uitnodiging, maar zij moet verstek laten gaan. Ook verschillende gevolmachtigde ministers van de Caribische eilanden zijn aanwezig.
Collegetours
Tijdens deze eerste van in totaal vier ‘Collegetours,’ staan naast de gesprekken met de bewindslieden ook spoken word, muziek en dans op het programma. Verder gaan de studenten in discussie met elkaar over stellingen rondom de rol van de overheid in de herdenking van het slavernijverleden, samenwerking hierin tussen Nederland en de Caribische regio en de vraag of Keti Koti (de viering van het einde van de slavernij) een nationale feestdag moet worden. De inbreng van de studenten nemen de leden van het kabinet mee in het beleid van hun ministeries.
Ondanks het vrolijke begin, zijn de verhalen serieus. Bij de stelling over het dagelijks ervaren van racisme vertelt Maria Sanchez dat zij een slachtoffer van de toeslagenaffaire is: “Ik ben gediscrimineerd op basis van mijn naam. Dat draag je mee.” Haar verhaal krijgt een bemoedigend applaus.
Minister Dijkgraaf en staatssecretaris Van Huffelen vinden het bijzonder om aanwezig te zijn bij de collegetour en geven allebei aan dat zij nog veel kunnen leren op het gebied van het slavernijverleden en discriminatie. De aanwezigen zijn vastbesloten de bewindslieden het vuur aan de schenen te leggen. Op een vraag wat de overheid concreet doet tegen discriminatie, stelt Van Huffelen de wedervraag wat de aanwezigen zouden doen als ze in de schoenen van de bewindslieden stonden. De vraagsteller reageert verbaasd: “Dat is niet mijn verantwoordelijkheid. Het mag gewoon niet gebeuren. Ik vind het gek dat deze vraag nu aan mij wordt gesteld.”
Lastige omgang
Hoe lastig de omgang met het slavernijverleden is, blijkt uit het scala aan onderwerpen waarover vragen worden gesteld aan Dijkgraaf en Van Huffelen. De vragen gaan over herstelbetalingen, de mogelijke excuses van het koningshuis en de toegang van mensen van kleur tot de academische wereld. Er worden ook zorgen uitgesproken over de toekomst van het beleid. Een aanwezige wil weten hoe het beleid wordt gewaarborgd als er in de toekomst kabinetten komen die daar “minder mee hebben.” Als staatssecretaris van Huffelen reageert dat discriminatie niet is toegestaan volgens de grondwet, en dat dat waarborgt, verzucht de vraagsteller: “En toch zijn we hier nog steeds.”
Ondanks de kritische vragen, zijn de aanwezigen wel blij dat de kabinetsleden er zijn. De meeste antwoorden die Dijkgraaf en Van Huffelen geven kunnen op applaus rekenen. Dat Dijkgraaf en Van Huffelen als twee witte bewindspersonen aanwezig zijn is voor sommigen een pijnpunt. Een vraagsteller vraagt zich af in hoeverre Dijkgraaf echt kan helpen als hij “als witte man nooit onze pijn kan ervaren.” Dijkgraaf: Ik snap je emoties. Maar het raakt mij wel dat je zegt dat ik niet kan helpen. Op deze manier komen we er niet samen uit.”
Dat is dan ook de boodschap die Dijkgraaf en Van Huffelen willen overbrengen. Het kabinet wil samen met de mensen bij wie de nawerking van het slavernijverleden nog steeds merkbaar is tot oplossingen komen. Daar moeten de collegetours bij helpen. De suggesties en vragen worden met open armen ontvangen. De vraagstellers worden continu bedankt voor hun suggesties door de bewindspersonen. Dijkgraaf: “Het geeft wel hoop dat we hier nu met zijn allen mee bezig zijn
Reacties
Een reactie posten