Vandaag 400 jaar geleden stapte Groningen in de slavenhandel

Het West-Indisch huis in de Munnekeholm. Hoofdkwartier van de Kamer van Stad en Lande.   ℗Wikipedia Commons

Reinder Smith

Het is vandaag exact 400 jaar geleden dat de Groninger betrokkenheid bij de internationale slavenhandel begon. Die leidde er uiteindelijk toe dat Groningers zo'n 30.000 slaven, méér dan een Euroborg vol, van Afrika naar Amerika verscheepten.

Op 3 juni 1621 werd de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. Groningers waren met een eigen 'kamer' groot aandeelhouder in de WIC.

Groningen had de boot gemist

De beroemde Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) uit 1602 was een groot succes, maar Groningers baalden; zij waren geen aandeelhouder van dit bedrijf. Toen er in 1621 een West-Indische Compagnie werd opgericht, wilde Groningen hoe dan ook aandeelhouder worden. Dit om aansluiting te krijgen bij de Atlantische handel, waar de Zeeuwen en Hollanders actief in waren.

Dankzij de nodige druk lukte dat ook. Er kwam een 'Kamer van Stad en Lande', waarin de adel uit de ommelanden, rijke burgers, de provincie en de stad Groningen een half miljoen gulden investeerden en voor een negende deel aandeelhouder werden van de WIC.

Handel, oorlog en piraterij

Op zich was de WIC een slim idee. De eerste jaren waren ook heel succesvol. Nederland was verwikkeld in de tachtigjarige oorlog met de Spanjaarden en als handelsbedrijf ging de WIC met Spanje concurreren in Noord- en Zuid-Amerika. En omdat de WIC vergunning had om oorlog te voeren, mocht het ook vijandelijke schepen aanvallen.

In totaal werden er 547 vijandelijke schepen veroverd, waaronder de beroemde Zilvervloot. Dat bracht flink wat geld in het laatje. Toen er in 1648 vrede met Spanje kwam, was het gedaan met deze winstgevende roverij.

Een poging om Brazilië te veroveren had bovendien zo veel geld gekost, dat de WIC in 1674 failliet ging. Een jaar later werd er een tweede WIC opgericht. Die ging zich alleen met handel bezig houden.

De Groninger slavenhandel

Deze Tweede - of Nieuwe - West-Indische Compagnie hield zich onder andere bezig met de handel in goud, ivoor en slaven. In totaal voeren er tot het tweede faillissement in 1792 zo'n 338 schepen voor de WIC naar Afrika om daar slaven te kopen. Die schepen vervoerden samen zo'n 275.000 slaven.

De Kamer van Stad en Lande was voor een negende aandeelhouder en mocht dus ieder negende schip dat naar Afrika voer uitrusten. Met wat rekenwerk komt het er dan op uit de Groninger kamer van de WIC zo'n 30.000 Afrikanen als slaaf naar Amerika heeft gebracht. Een hoeveelheid waar nooit iemand bij stil staat.

Is Groningen er rijk van geworden?

Nee. Niet echt.

De boekhouding van de Kamer van Stad en Lande is na het tweede faillissement in 1792 door de laatste directeur mee naar huis genomen en tijdens een strenge winter in de kachel opgestookt. Het is dus niet meer goed na te gaan wat de WIC verdiende, maar uit de boekhouding van een vrijwel identiek bedrijf (de Middelburgse Commercie Compagnie) die wel bewaard is gebleven blijkt dat de opbrengsten naar onze huidige maatstaven nogal tegenvielen: zo'n 45 procent van de reizen eindigde met verlies of men draaide net quitte.

Hoge winsten, grote verliezen

Soms maakte men een 'goede' reis. In 1715 bijvoorbeeld. Toen stuurde de kamer van Stad en Lande het schip 'De Nieuwe Post' onder kapitein Thomas van Seeratt naar Elmina in Afrika om slaven te kopen. Van Seeratt maakte voor de kust van Afrika een illegale slavenhandelaar buit en tijdens de overtocht gingen er maar weinig slaven dood. In totaal verkocht van Seeratt 707 slaven op Curaçao, waarvan hij er maar 522 had betaald. Dat was mooi verdienen.

554.000 slaven in totaal

In totaal vervoerden Nederlandse handelaren zo'n 554.000 slaven. Ongeveer de helft (275.000) komt voor rekening van de WIC, de andere helft werd door Zeeuwse slavenschepen vervoerd. Een negende van 275.000 is 30.555. Dit is een theoretische en conservatieve schatting.

Twee jaar eerder was van Seeratt's schip op de heenreis echter al vergaan. Zo werden hoge winsten afgewisseld met grote verliezen. Wat over de lange termijn overbleef was een kleine winst die, achteraf gezien, niet opwoog tegen de onvoorstelbare ellende die deze slavenhandel met zich mee bracht.

Schamen, excuses, herdenking, monument?

Wat moet je nu met deze kennis? Vrijwel niemand in Groningen is zich bewust van ons slavernijverleden. In steden als Amsterdam en Rotterdam speelt dat veel meer. Daar zijn onderzoeken geweest, worden monumenten geplaats en herdenkingen gehouden. In Groningen is het stil.

Wat er nu moet gebeuren? Zeg het maar. In de komende drie dagen lees je de volgende (drie) delen van deze serie over het Groninger slavernijverleden.

Bronnen

Jhr. Prof. Dr. P.J van Winter, De Westindische compagnie ter kamer Stad en Lande

Database: SlaveVoyages.org

RTV Noord 03-06-2023 Vandaag 400 jaar geleden stapte Groningen in de slavenhandel










Reacties

Populaire posts van deze blog

Hindostanen in de Nederlandse koloniale geschiedenis: Ongezien, ongehoord update 16-06-2023, update 22-07-2023

Om discriminatie binnen de politie aan te pakken, moet Jan met de pet ook meedoen

FD Oeso: Nederland moet deur openzetten voor vakkrachten van buiten de EU