FD Linda Nooitmeer blijft altijd constructief
Op 1 juli start het Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Linda Nooitmeer, bestuurder van het organiserende NiNsee, vindt dat we in de discussie over de rol van Nederland bij de slavernij 'van ver zijn gekomen'.
 |
| Linda Nooitmeer blijft hameren op verandering, maar vindt ook dat er al veel is bereikt. 📸Phil Nijhuis/ANP |
Nooitmeer is een stoere naam, met twee krachtige lettergrepen en een niet mis te verstane boodschap. De betovergrootvader van Linda Nooitmeer nam de naam aan in 1863 na de afschaffing van de slavernij. Hij wilde dat zijn nageslacht nooit meer in onvrijheid zou leven.
En toch heeft Linda Nooitmeer wel eens overwogen haar naam te veranderen, vertelde ze de BBC. Hij mag dan een teken zijn van verzet en bevrijding, haar achternaam is nog steeds verbonden met een systeem dat van mensen naamloze handelswaar maakte. Haar betovergrootvader had geluk: hij mocht zijn naam kiezen. Veel andere tot slaaf gemaakten kregen in 1863 een naam opgelegd, vaak verbonden met de plantage waar ze onvrijwillig werkten. Maar ook aan Nooitmeers achternaam kleeft een wrang aspect. De koloniale ambtenaren oordeelden dat de naam Nooitmeer te populair werd. Daarom heet een deel van haar voorouders Nimmermeer.
### Goed om te zien dat u mogelijk anderen inspireert met onze journalistieke content. We vragen u enkel voor persoonlijk gebruik onze content te kopiëren, om geen inbreuk te maken op onze Algemene Voorwaarden. Vraag anders naar onze bedrijfslicenties via klanten@fdmediagroep.nl ###
Cv
1974 Geboren op 19 oktober in Paramaribo, Suriname
2000 bachelor economics, Hogeschool van Utrecht
2001-2007 diverse functies PWC en Axioma Finance
2007-2022 zelfstandig financieel professional, diverse interimfuncties bij o.a. Suiker Unie, Rijksmuseum, Bouwmaat, Engie, RET, Alphatronics, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, KNAW, Tata Steel.
2021-april 2023 Lid van de raad van toezicht Bijbels Museum
2017-heden Voorzitter Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis
Nooitmeer is bestuursvoorzitter van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), de organisator van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden dat op 1 juli van start gaat. Het is een onbezoldigde functie naast haar praktijk als zelfstandig financieel specialist en managementconsultant; Nooitmeer heeft bedrijfseconomie gestudeerd aan de Hogeschool van Utrecht. Maar nu de afschaffing van de slavernij, 160 jaar geleden, en het daadwerkelijk stoppen van de slavernij, 150 jaar geleden, een heel jaar lang worden gevierd, is het eigenlijk een volledige baan.
Nooitmeer werd in 1974 geboren in Paramaribo. Haar vader deed als politie-agent onderzoek naar de zogenoemde Moiwana-moorden, genoemd naar een dorp in de binnenlanden van Suriname waar soldaten van dictator Bouterse op 29 november 1986 39 onschuldige dorpelingen doodschoten. Nooitmeer senior was daarna zijn leven niet meer zeker en vluchtte naar Nederland. Een jaar later volgde de rest van het gezin. Linda was toen 16 jaar.
Tegengewerkt
Naar eigen zeggen heet Nooitmeer aan den lijve ondervonden wat uitsluiting betekent. Haar vader ging met twintig jaar ervaring aan de slag bij de politie Arnhem maar werd na een aanvankelijk goed begin tegengewerkt. Hij verloor zijn baan. Nooitmeer maakte hetzelfde mee, maar doordat ze de gesprekken met haar manager had opgenomen, kon ze de organisatie met opgeheven hoofd verlaten.
Dit verhaal heeft ze vaker verteld, maar ze heeft nooit gezegd bij welk bedrijf het was. Dat typeert Nooitmeer. Ze benoemt de pijn, maar blijft constructief. In het debat over het slavernijverleden stelt ze dat 'we er nog lang niet zijn', maar ook dat we 'van ver zijn gekomen'. Ze zegt bijvoorbeeld: 'Het koningshuis heeft goed verdiend aan de slavernij, dus een excuus (van de koning, red.) is vrij logisch.' Toen premier Rutte eind vorig jaar namens de regering excuses maakte voor de Nederlandse verantwoordelijkheid voor de slavernij, zei ze: 'Ik had een lijstje met woorden gemaakt die ik graag wilde horen en ze zijn allemaal voorbijgekomen.'
Dat er vooruitgang is geboekt, merkt ze ook bij NiNsee, dat nu twintig jaar bestaat. De achttien comités van het NiNsee moesten altijd hard werken om aandacht te krijgen voor het thema slavernij, maar voorafgaand aan het herdenkingsjaar werden ze zelf benaderd door burgemeesters. Nooitmeer: 'Het maakt uit als leiders zich uitspreken in dit soort zaken. Je zag dat ook toen Rutte eindelijk toegaf dat Zwarte Piet een verwerpelijke karikatuur is. Het zette aan tot meer actie, waar men dacht nog tien jaar te kunnen wachten met het veranderen van Zwarte Piet. Institutioneel racisme staat nu op de agenda.'
'Linda ziet ook de ander. Dat is een kwaliteit', zegt Carolien Croon, directeur van het Bijbels Museum, waar Nooitmeer tot 1 april toezichthouder was. 'Ze is hard op de inhoud, maar zacht op de relatie. Ze gaat met iedereen heel fair en open het gesprek in, terwijl ze heel duidelijk weet waar ze uit wil komen.'
Nooitmeer is ook politiek actief. Tussen 2006 en 2007 was ze gemeenteraadslid in haar woonplaats Nieuwegein, maar toen ze verhuisde naar buurgemeente IJsselstein, maakte ze eerst een rondje bij meerdere partijen. Ze koos uiteindelijk voor D66, waar ze in het lokale bestuur zit. Volgens Erik Jan Elsenaar, voorzitter van D66 IJsselstein, was dat omdat 'ze werd geïnspireerd door Sigrid Kaag en de boodschap van nieuw leiderschap'.
Reacties
Een reactie posten