Segegratiemonitor gemeente Den Haag

 

Wat is segregatie

Vanwege de verschillende definities is het belangrijk om voor het inrichten van de segregatiemonitor
van Den Haag het begrip segregatie voor dit specifieke doel te definiëren. Hierbij hanteren wij de
volgende definitie (bron: CBS1
):
Het begrip ‘segregatie’ meet de mate waarin twee of meer groepen mensen fysiek van
elkaar gescheiden wonen binnen een stad of regio (zie Massey & Denton, 1988). Meestal
gaat het hierbij om de relatieve concentratie van mensen die tot een bepaalde
sociaal-economische categorie (denk aan inkomen, werkloosheid of opleidingsniveau)
of herkomstgroep behoren binnen een bepaalde stadsbuurt. In een gesegregeerde buurt is
een bepaalde groep oververtegenwoordigd ten opzichte van de rest van de stad. In een stad
zonder segregatie zouden alle groepen exact gelijk zijn verspreid over de verschillende
buurten.
Deze definitie van segregatie is helder en meetbaar. Er kan immers gekeken worden waar sprake is van
een hoog aandeel mensen die tot een bepaalde sociaal-economische categorie of herkomstgroep
behoren. Dat kan zowel hoge of lage inkomens betreffen, hoog- of laag opgeleid, et cetera. Voor
beleidsmakers is het van belang zich vervolgens te verdiepen in de wijk of buurt, omdat een hoog
aandeel van mensen die tot een bepaalde groep behoren nog niet betekent dat er ook een probleem is.
De belevingswereld van mensen is daarnaast een belangrijke informatiebron om de data en
kaartbeelden goed te kunnen duiden.

Ruimtelijke en sociale segregatie

Ruimtelijke verschillen vallen vaak samen met sociale verschillen op diverse terreinen, zoals
gezondheid, taalvaardigheid, maatschappelijke participatie en brede welvaart. Waarde van woning en
gemeten en ervaren welvaart vertonen een sterk verband: in delen van de stad met relatief veel
goedkopere woningvoorraad zien we ook meer sociale problematiek. In delen van de stad met relatief
duurdere woningvoorraad, veel minder. We zien in een deel van de stad een fors aandeel (kwetsbare)
mensen met meervoudige problematiek, dit in schril contrast ten opzichte van andere wijken. Het kan
ertoe leiden dat groepen mensen buitengesloten worden (of dat zo ervaren) door de samenleving maar
ook dat groepen zichzelf en haar leden afsluiten van de samenleving (zelfsegregatie). Ontmoeting en
verbinding met andere groepen in de samenleving worden in beide gevallen daardoor ontmoedigd.
Hoewel dat door betrokkenen niet altijd als een knelpunt hoeft te worden ervaren, zoals ook blijkt uit
interviews in kwalitatief buurtonderzoek, wordt toch verondersteld dat dit voor het individueel en
maatschappelijke welzijn ongewenst is. Deze situaties kunnen leiden tot een verdere cumulatie van
problemen, hardnekkige armoede en achterstanden die zich ook manifesteren bij volgende generaties
(structurele kansenongelijkheid).

Wat valt op ?

  • Jongeren en ouderen wonen niet evenredig verdeeld over Den Haag. In de stadsdelen Leidschenveen-Ypenburg en Escamp wonen relatief veel jongeren, terwijl in de stadsdelen Loosduinen, Scheveningen en Haagse Hout relatief meer ouderen wonen.
  • Inwoners met een migratieachtergrond zijn oververtegenwoordigd in de stadsdelen Escamp, Laak en Centrum en delen van Haagse Hout. 
  • Voor Den Haag als geheel geldt dat de segregatie naar niet-westerse migratieachtergrond is afgenomen, maar nog steeds het hoogst is van de grote vier steden.
  • In Zuidwest en in de stadsdelen Laak en Centrum is sprake van een lagere score SES-WOA dan in de rest van de stad. (Sociaal Economische Status (SES), gebaseerd op welvaart, opleidingsniveau en arbeidsmarktdeelname (WOA)).

Leeftijd

Jongeren en ouderen wonen niet evenredig verdeeld over Den Haag


. In de wijken Bouwlust/Vrederust, Wateringse Veld, Kraayenstein en Vroondaal, Transvaalkwartier, Schildersbuurt, Ypenburg, Leidschenveen en Vogelwijk wonen relatief veel jongeren. In Kijkduin en Ockenburg, Waldeck, Bohemen, Zorgvliet, Van Stolkpark en Scheveningse bos, Westbroekpark-Duttendel en Benoordenhout wonen juist relatief veel ouderen van 65 jaar en ouder.
Vergeleken met 2007 zien we geen opvallende verschuivingen in de leeftijdsopbouw. In Leidschenveen Ypenburg is zichtbaar dat in 2007 meer jongeren in het stadsdeel woonden dan nu. 
Vanaf 2002 zijn veel relatief jonge gezinnen daar komen wonen. Inmiddels zijn de jongeren van toen veelal ouder dan 19 jaar. In een herstructureringsgebied als Morgenstond valt op dat daar meer jongeren wonen dan in 2007. Dat komt vermoedelijk door de nieuwbouw in dat gebied waardoor meer jonge gezinnen daar naartoe verhuisden of werden gesticht.

Migratieachtergrond

Migratieachtergrond speelt een rol bij het begrijpen van verschillen tussen bevolkingsgroepen in de stad. Inwoners met een migrateachtergrond zijn niet evenredig verdeeld woonachtig in Den Haag. 




De wijken waar meer dan 50% van de inwoners een migrateachtergrond heeft, liggen voornamelijk in de stadsdelen Escamp, Laak en Centrum. 
Ook in een aantal wijken van Haagse Hout heeft meer dan 50% inwoners een migrateachtergrond. Zo had in 2007 nog 45,5% van de inwoners van Den Haag een migrateachtergrond en was dit 57,3% voor Bouwlust/Vrederust. Inmiddels heeft 75,6% van de inwoners van Bouwlust/Vrederust een migratieachtergrond, terwijl dit voor heel Den Haag 58,3% is. Het aandeel inwoners met een migrateachtergrond in Bouwlust/Vrederust is daarmee harder gestegen dan het percentage
inwoners met een migrateachtergrond in heel Den Haag. Iets verder uitgezoomd is dat ook het geval in de stadsdelen Escamp, Laak en Centrum. In de overige stadsdelen, met name Loosduinen, Segbroek en Scheveningen, is juist sprake van een relatieve ondervertegenwoordiging van inwoners met een migratieachtergrond
De toename van mensen met een migratieachtergrond komt voor een deel door de relatief sterke groei van het aantal Oost-Europeanen. In absolute zin vormen Oost-Europeanen met bijna 42.000 personen een middelgrote migrantengroep. Het aandeel mensen met een migratieachtergrond is tussen 2007 en 2023 echter in alle wijken van Den Haag toegenomen. Wel is het zo dat verschillende groepen
3zich in verschillende delen vestigen. Daarbij speelt wel de diversiteit binnen deze groep. De groep Oost-Europese migranten is het sterkst gegroeid en vestigt zich deels in delen van de stad waar het aandeel mensen met een migratieachtergrond al hoog is, deels in andere delen van de stad.

Sociaal-economische status Welvaart, Opleiding en Arbeid (SES-WOA)





In 2022 heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) cijfers over welvaart, opleidingsniveau en arbeidsmarktdeelname in onderlinge samenhang op laagregionaal niveau in kaart gebracht. Voor iedere wijk en buurt is een gecombineerde score berekend op basis van gegevens over elk huishouden. Deze score geeft in één oogopslag weer hoe deze gebieden ten opzichte van elkaar scoren op drie belangrijke elementen van de sociaal economische status (SES). Omdat de score gebaseerd is op gegevens over welvaart, opleidingsniveau en arbeidsmarktdeelname, heeft hij de naam SES-WOA score gekregen. 
Bij een hogere score zijn de inwoners welvarender en/of hoger opgeleid en/of langduriger aan het werk.
In 2019 is er in Zuidwest en in de stadsdelen Laak en Centrum sprake van een lagere score SES-WOA dan in de rest van de stad. Ten opzichte van 2014 is er geen sprake van substantiële verandering

Woon en leefomgeving


Geografisch is er sprake van ruimtelijke segregatie wat betreft de woningwaarden (WOZ)
Dat hangt onder meer samen met de ligging van woningen in buurten en wijken ten opzichte van de zee en de Haagse bodem. Deze bodem van zand, veen en klei is van invloed geweest op de groei van de stad, de ontwikkeling van verschillende woonmilieus en daarmee op de woningwaarde. De duurdere woningen zijn vaker gebouwd op het zand en de klei (VINEX uitbreidingen Wateringse Veld en Leidschenveen-Ypenburg). Het grootste aandeel sociale huurwoningen is gebouwd op het veen. In deze wijken met deze betaalbare woningen wonen meer inwoners met een lagere sociaaleconomische status (SES – een samengestelde indicator gebaseerd op opleiding, inkomen en arbeidssituatie)
Kwetsbare groepen vestigen zich veelal noodgedwongen in woningen met lage huren. 
Dit zijn veelal corporatiewoningen en goedkope particuliere huurwoningen. Uit landelijk onderzoek blijkt dat in de wijken met de goedkoopste woningen en de hoogste mutatiegraad de leefbaarheid het meest onder druk staat en voelen in de wijken met verminderde leefbaarheid bewoners zich vaker onveilig. Dat heeft negatieve impact vooral ook op kwetsbare groepen (RIS 309055). Een groot aandeel van deze huurders heeft een beperkte zelfredzaamheid en daar waar zij in grotere groepen samenwonen, staat ook de samenredzaamheid onder druk. In Den Haag zijn 14 gebieden te onderscheiden waar het aandeel corporatiewoningen groter is dan 60% van de totale woningvoorraad, voornamelijk op het veen.

De verschillen in Den Haag nemen toe: in buurten met weinig corporatiewoningen neemt het aandeel kwetsbare bewoners af, terwijl het aandeel kwetsbare bewoners in buurten met veel corporatiewoningen toeneemt. 
Wijken waar het aandeel (betaalbare) particuliere huur hoog is lijken een soortgelijke tendens te vertonen. Ook gebrekkige kwaliteit van woningen kan hierbij van invloed zijn.

Een voorzichtige conclusie is dat buurten en wijken met een hoog aandeel goedkope (huur)woningen een toename van kwetsbare groepen laten zien, waarbij er – uitzonderingen daargelaten – een reëel risico bestaat van een zichzelf versterkende ontwikkeling: afnemende leefbaarheid en toename van (ongewenste) vormen van segregatie. Achterblijvende kwaliteit van woning en woonomgeving kunnen dat effect versterken.

De kwaliteit van de bestaande woningvoorraad is nog niet op orde wat betreft verduurzaming en isolatie. In 2022 waren er in Den Haag nog ruim 100.000 woningen met een energielabel E, F of G. Verdiepingscijfers vanuit het BZK-Woononderzoek laten echter zien dat eigenaar-bewoners hun woningen isoleren en verduurzamen op ongeveer hetzelfde tempo als de woningcorporaties. Voor de particuliere huursector is dat echter niet het geval. De grootste uitdagingen doen zich voor in de wijken met relatief goedkoop particulier woningbezit. Daar zijn de kwaliteit van het verhuurderschap (hoge huren, misstanden) en de actieve VVE’s van andere orde dan in andere delen van de stad en blijft de ontwikkeling van de energielabels de afgelopen jaren achter. Ook achterstallig onderhoud, veiligheidsrisico's en gezondheidsrisico's ten aanzien van het binnenklimaat spelen juist in deze sector een rol. Het spreidingsbeeld van woningaanbod naar duurzaamheid sluit niet aan op het spreidingsbeeld naar inkomens. Dit komt onder meer doordat de leeftijd van woningen een belangrijke factor is; juist in sommige welvarende delen van de stad staan relatief  veel oudere woningen.  

Afgelopen 10 jaar zijn de verhuizingen in de corporatiesector grofweg gelijk gebleven. Met name de verhuizingen in de particuliere sector zijn toegenomen. Veel kwetsbare bewoners komen te wonen in wijken met een hoog percentage corporatiebezit. Dit komt onder andere doordat urgente woningzoekenden via woningtoewijzing terecht komen in het goedkoopste corporatiebezit. Het totale aantal geslaagde urgente woningzoekenden is tussen 2011 en 2021 per saldo afgenomen van 650 naar 288. In het eerste deel van deze periode is er voornamelijk sprake van een stijging van het aantal geslaagde urgente woningzoekenden en vanaf 2016 daalt dit aantal. Deze voortdurende afname van de laatste jaren komt door de aanscherping van de urgentieregeling per 1 juli 2019 en vanwege het feit dat er geen urgenties meer worden verleend aan statushouders. De wet is toen aangepast en de verplichte urgentie is afgeschaft. Sindsdien krijgen statushouders zonder urgentie direct een woning aangeboden van een woningcorporatie.

 Energiearmoede

Energiearmoede is een samenspel van inkomen, energierekening, gebruik en de mate van woningisolatie. Het type woning speelt ook een rol. In Den Haag speelt de energiearmoede het meest in Schilderswijk, Laak, Transvaal, Rustenburg-Oostbroek en in in Zuidwest. De gevolgen van de inval in Oekraïne hebben geleid tot ongebruikelijke schokken in de energieprijzen. Bestaande kwetsbaarheden in deze wijken zijn daardoor nog sterker aan de oppervlakte gekomen.

Commentaar AD Den Haag

.Deze week verscheen redelijk terloops de segregatiemonitor en die laat zich lezen als een faillissementsverklaring van het politieke beleid van de afgelopen jaren. Terwijl de raad verder neuzelde op Twitter, zakte de leefbaarheid in een paar wijken door de vloer. Op gebieden als armoede, gezondheid en geluk is het daar gewoon heel slecht gesteld.
Wie zich afvraagt wat zich afspeelt in de Franse banlieus, hoeft alleen maar die Haagse monitor te lezen. Heel veel verschillen zijn er niet. Alleen dan dat de jonge bewoners van onze wijken iets verstandiger zijn dan hun leeftijdsgenoten in Frankrijk en niet aan het plunderen slaan. Er ligt een een taak voor de raad. Pak die op.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Hindostanen in de Nederlandse koloniale geschiedenis: Ongezien, ongehoord update 16-06-2023, update 22-07-2023

Om discriminatie binnen de politie aan te pakken, moet Jan met de pet ook meedoen

FD Oeso: Nederland moet deur openzetten voor vakkrachten van buiten de EU