De aap uit de mouw: de kantonrechter vernietigt een ontslag op staande voet gegeven wegens racistische uitingen
Op 25 juli 2023 oordeelde de kantonrechter dat het ontslag op staande voet wegens racistische uitingen dat Seafarma (de werkgever) aan een werkneemster heeft gegeven, niet rechtsgeldig is.[1]
Het gaat in deze zaak om een magazijnmedewerkster met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 1 juni 2023. De werkneemster werd op 1 maart 2023 op staande voet ontslagen wegens racistische uitlatingen op de werkvloer. Ze zou hebben gezegd: “wat een aap”, “zwarte mensen stinken” en “alle moslims mishandelen vrouwen en verkrachten ze”. Deze beschuldigingen werden ondersteund door verschillende verklaringen van collega’s.
Hoewel de uitlatingen ernstig zijn, is de kantonrechter van oordeel dat Seafarma had moeten volstaan met een minder vergaande sanctie, zoals het verstrekken van een officiële waarschuwing. De werkneemster was bijna anderhalf jaar in dienst en functioneerde goed. De werkneemster had volgens de kantonrechter daarom een eerste en laatste waarschuwing moeten krijgen voordat tot ontslag kon worden overgegaan. Daarnaast heeft de kantonrechter ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de werkneemster. Het ontslag op staande voet heeft namelijk aanzienlijke financiële gevolgen voor de werkneemster, omdat zij plotseling haar inkomen verliest en geen recht heeft op een WW-uitkering.
De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat Seafarma een zerotolerancebeleid hanteert, maar dat niet is aangetoond dat dit beleid voldoende duidelijk aan de werkneemster is gecommuniceerd en dat zij zich daaraan heeft gecommitteerd.
Hoewel de kantonrechter erkent dat dergelijk gedrag niet wordt getolereerd, concludeert hij dat Seafarma in dit geval had kunnen volstaan met een minder vergaande sanctie. De kantonrechter verklaart het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig en kent aan de werkneemster 8000 euro aan vergoedingen toe, waaronder een billijke vergoeding omdat zij in de gegeven omstandigheden nog tot 1 juni 2023 in dienst had kunnen blijven en inkomsten had kunnen genereren.
Het voelt misschien alsof deze ontslagzaak een ‘onverwachtse’ uitkomst heeft, maar een juridische misstap in het voortraject van het ontslag kan dus bepalend zijn. Ook in andere ontslagzaken oordeelt de rechter dat een gegeven ontslag op staande voet wegens racistische of discriminerende uitingen niet rechtsgeldig is, vanwege het gebrek aan waarschuwingen en/of de ernstige gevolgen van een ontslag op staande voet.[2] In een andere uitspraak van 18 mei 2022 oordeelt de kantonrechter dat het gegeven ontslag op staande voet wegens racistische en discriminerende uitingen, wel rechtsgeldig is.[3] In die zaak is uit geluidsfragmenten gebleken dat werknemer zich discriminerend en racistisch heeft uitgelaten over een collega. Daarnaast heeft hij zich op verschillende mediakanalen als de Telegraaf en Twitter op ontoelaatbare wijze uitgelaten over de Tweede Kamerfractie van de vereniging waar hij werkzaam was. De kantonrechter oordeelt daarom dat de werknemer zich niet als een goed werknemer heeft gedragen en het dienstverband terecht is beëindigd.
De uitspraak van 25 juli 2023 benadrukt het belang van een duidelijk en effectief zerotolerancebeleid op de werkvloer om racisme en discriminerend gedrag te voorkomen. Werkgevers moeten ervoor zorgen dat hun werknemers op de hoogte zijn van het beleid en de consequenties van dergelijk gedrag.
[1] Rechtbank Rotterdam 25 juli 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:6167. [2] Zie bijvoorbeeld Rechtbank Midden-Nederland 30 september 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3918, Rechtbank Limburg 2 december 2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:9475 en Rechtbank Rotterdam 12 november 2020, ECLI:NL:RBOT:2020:13008. [3] Rechtbank Den Haag 18 mei 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:5268.
Heeft u vragen over dit onderwerp of over een andere arbeidsrechtelijke kwestie? Neemt u dan contact op met Esmée Koster (e.koster@valegis.com) of met een van de andere advocaten uit het arbeidsrechtteam van Valegis Advocaten.
Bronnen:
Reacties
Een reactie posten