Derde monitor discriminatie bij woningverhuur 2023 minder discriminatie en aanpak wordt voortgezet

In de jaarlijkse landelijke monitor discriminatie bij woningverhuur wordt getoond hoe groot het risico is dat mensen in Nederland gediscrimineerd worden (netto discriminatiegraad) en in hoeverre verhuurbemiddelaars bereid zijn mee te gaan met discriminerende verzoeken. Het onderzoek voor de derde landelijke monitor is uitgevoerd in de periode van januari 2023 tot en met april 2023. Uit de resultaten van de correspondentietesten en mystery calls blijkt dat ook in 2023 nog steeds sprake is van discriminatie, maar wel in mindere mate dan, blijkens de tweede landelijke monitor, in 2021/2022 het geval was




Wat wordt gemeten
Dit rapport presenteert de resultaten van de derde landelijke monitor discriminatie bij woningverhuur. Net als in de eerdere twee landelijke monitoren is in deze monitor onderzocht:

1, In hoeverre mensen met een van origine niet-Nederlands klinkende naam dezelfde kans hebben op een bezichtiging van een huurwoning als mensen met een Nederlands klinkende naam.
2. Of stellen bestaande uit twee mannen (met Nederlands klinkende namen) dezelfde kans hebben op een bezichtiging als stellen bestaande uit een man en vrouw (beiden met Nederlands klinkende namen)
3.In hoeverre verhuurbemiddelaars bereid zijn om mee te werken aan een discriminerend verzoek van een fictieve verhuurder.
4. In aanvulling hierop toetsen we dit jaar voor het eerst in hoeverre gender
van invloed is op uitnodigingskansen.

Resultaten
In de periode januari 2023 tot april 2023 zijn er 3.030 geslaagde correspondentietesten uitgevoerd, verspreid over de vijf verschillende profielparen. Wij tonen hieronder de belangrijkste resultaten.

Significante nadelige behandeling van Marokkaans klinkende namen, maar minder dan voorgaande jaren.Waar in de vorige monitor bleek dat mensen met niet-Nederlandse namen een significant lagere uitnodigingskans hadden dan Nederlands klinkende namen, geldt dat nu minder.
Profielen met een Marokkaans klinkende mannennaam worden significant minder vaak uitgenodigd voor een bezichtiging dan mannen met een Nederlands klinkende naam. Op landelijk niveau is de netto-discriminatiegraad 18% (p < 0,05). Zij hebben dus een 18% lagere kans om te worden
uitgenodigd naar aanleiding van een reactie op de huuradvertenties dan mannen met een Nederlands klinkende naam. In 2021/2022 was dit nog 23%. Hoewel er dus nog steeds een significant verschil is, is dit wel kleiner geworden.

Profielen met een Marokkaans klinkende vrouwennaam worden in het onderzoek minder vaak uitgenodigd voor een bezichtiging dan vrouwen met een Nederlands klinkende naam, maar dit verschil is niet significant. (Netto-discriminatiegraad is 9% (p = 0,23)). Doordat het verschil niet significant is, betekent dit dat vrouwen met een Marokkaans klinkende naam geen lagere kans hebben om te worden uitgenodigd voor een bezichtiging bij de huuradvertenties, dan vrouwen met een Nederlands
klinkende naam. In 2021/2022 was er wel nog sprake van een significant verschil, met een netto-discriminatiegraad van 22% (p < 0,001).
Echter, als we alleen buiten de G4 kijken, zien we wél een significant verschil. (Netto-discriminatiegraad is 19% (p < 0,05)). Ook dit is minder dan in 2021/2022 (Netto-discriminatiegraad was 30%)
Profielen met een Marokkaans klinkende naam (man- en vrouwennaam gecombineerd), hebben een significant lagere kans om uitgenodigd te worden (netto-discriminatiegraad van 13% (p < 0,05)). De uitnodigingskansen zijn daarmee gestegen ten opzichte van 2021 toen de netto-discriminatiegraad nog 22% was.

Voor de overige profielen is de netto-discriminatiegraad niet significant.
z Profielen met een Pools klinkende naam worden minder vaak uitgenodigd, maar het verschil is niet significant (netto-discriminatiegraad van 6% (p = 0,42)). In 2021/2022 hadden zij een 11% (significant, p < 0,05) lagere kans om uitgenodigd te worden.
z De profielen homoseksuele mannenstellen worden dit jaar exact even vaak uitgenodigd voor een bezichtiging van een huurwoning als heteroseksuele stellen. De netto-discriminatiegraad van het homoseksuele stel ten opzichte van het heteroseksuele stel is 0%. In het vorig onderzoek hadden
de homoseksuele koppels significant meer kans hebben om uitgenodigd te worden voor een bezichtiging dan heteroseksuele koppels (netto-discriminatiegraad -10%, p < 0,05).
De netto-discriminatiegraad van de Nederlands klinkende vrouwennaam ten opzichte van de Nederlands klinkende mannennaam is -10% (p = 0,08).Maar het verschil is niet significant. Dus vrouwen met een Nederlands klinkende naam hebben geen hogere kans om te worden uitgenodigd voor
een bezichtiging bij de huuradvertenties

Uitsplitsing G4 en niet-G4
Wanneer we de resultaten uitsplitsen naar het verschil in behandeling tussen de testprofielen en controleprofielen binnen de vier grootste gemeenten (G4) versus de rest van Nederland (niet-G4), zien we binnen de G4-gemeenten voor geen van de profielen een significante netto-discriminatiegraad.
In de niet-G4 gemeenten vinden we een significante netto-discriminatiegraad bij het profiel Marokkaans klinkende mannennaam (20%), Marokkaans klinkende vrouwennaam (19%) en Marokkaans klinkende naam gecombineerd (20%). Vorig jaar was dit verschil tussen G4 en niet-G4 er ook, maar toen waren
de netto discriminatiegraad in de niet-G4 gemeenten voor deze profielparen respectievelijk 33%, 30% en 32%, dus aanzienlijk hoger dan nu.

Geen zichtbaar verschil tussen leden en niet-leden van brancheorganisaties.
Wanneer we de resultaten uitsplitsen naar aangeboden woningen van leden
en niet-leden van brancheorganisaties (NVM, VBO, Vastgoed Pro, Vastgoed Belang3, IVBN, VGM NL), zien we nergens een significant verschil tussen deze twee groepen. In het vorige onderzoek was er nog wel een significant verschil tussen leden en niet-leden. Toen werden profielen met een Marokkaans klinkende naam vaker benadeeld door niet-leden (27%) dan door leden (13%).Trend; na een stijging weer een daling?

De verschillen tussen de testen uitgevoerd voor de eerste monitor in 2020, voor de tweede monitor in 2021/2022 en voor de huidige monitor in 2023,
laten zien dat bij het profiel Marokkaans klinkende mannennaam de netto-discriminatiegraad over de jaren heen constant en significant blijft (2020/2021: 12%,2021/2022: 22% en 2023: 18%)
De trendgegevens laten verder zien dat er vooral in de tweede monitor vaker sprake was van significante discriminatie van Marokkaans klinkende vrouwennamen ten opzichte van het jaar ervoor. In huidig jaar is er geen sprake meer van significante discriminatie van het profiel Marokkaans klinkende
vrouwennaam (2020/2021: 7%, 2021/2022: 22% en 2023: 9%).

Resultaten mystery calls
Voor dit onderzoek voerden we 203 mystery calls uit. Acteurs deden zich voor als potentiële verhuurders en namen telefonisch contact op met bemiddelaars, waarbij zij het volgende discriminerende verzoek deden: ‘Zou het mogelijk zijn om niet te verhuren aan buitenlanders; van die Marokkanen, Turken en Polen?’
De resultaten van de 203 reacties geven wij hierna weer:
  •  In 21% van de reacties geeft de bemiddelaar expliciet aan niet mee te gaan in het discriminerend verzoek (in 2021/2022 16%).
  • In 37% van de reacties gaan de bemiddelaars mee in het discriminerend verzoek van de acteurs. Dat is ongeveer gelijk aan 2021/2022 (35%)
  • In 30% van de reacties benadrukt de bemiddelaar dat de keuze aan de verhuurder zelf is en werkt hiermee dus niet expliciet mee aan het discriminerend verzoek, maar faciliteert wel impliciet discriminatie verderop in het proces. Vorig jaar was dit 34%
  • Een klein aandeel van de reacties valt in de categorie ‘strenge selectie’(6%),waarmee zij selecteren op basis van criteria die indirect discriminerend uit kunnen pakken. Vorig jaar was dit 12%.
In de analyse van de gesprekken valt ons het volgende op:
  • Verhuurbemiddelaars hebben verschillende strategieën in hun omgang met het verzoek van de verhuurder, bijvoorbeeld:„ het vergelijken van discriminatie met persoonlijke voorkeuren als ‘geen huisdieren’ in de woning willen, en de aard en ernst van het verzoek daarmee kleiner maken (bagatelliseren).
  • het benadrukken dat ‘je niet alleen’ op afkomst moet selecteren, vaak gevolgd door de vergelijking met expats: ‘buitenlanders’ met een goede baan en/of hoog opleidingsniveau.
  • het benadrukken van de grondige selectieprocedures en jarenlange ervaringen in het kunnen selecteren van goede huurders.
  • dat het ‘markttechnisch’ niet handig is omdat dit het aantal potentiële huurders verkleint.
  • In 37% van de gesprekken blijkt dat de bemiddelaar zich bewust is van de discriminerende aard van het verzoek van de acteur. Dat is meer dan in 2021/2022 toen dit uit 26% van de gesprekken bleek.
  • Binnen die 37% die meegaat in het discriminerend verzoek (75 van de 203 reacties) geeft 35% door hun woordkeuze aan (26 van de 75) heel bewust te zijn dat het verzoek eigenlijk niet ingewilligd mag worden. Alsnog gaan zij in het verzoek mee. Dit is een groter aandeel dan vorig jaar (30%).
Twee opvallende punten tot slot:
56 van de 203 bemiddelaars geven aan graag met expats te werken of zich zelfs volledig op die doelgroep te richten. Ook hiervoor geldt: het is discriminerend en hiermee een overtreding van de wet als een potentiële niet-expat huurder minder kans krijgt op deze woningen dan een expat op basis van herkomst. Expats worden daarnaast vaak aangehaald in de gesprekken om aan te geven (of de indruk te wekken) dat de bemiddelaar niet wil discrimineren. Maar expats worden ook vaak genoemd als goede
huurders omdat zij de regels rond huurrechten minder goed kennen dan Nederlanders.

Er wordt van tevoren meer informatie opgevraagd bij mensen die zich melden voor een bezichtiging dan volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) mag (bijvoorbeeld identiteitsbewijzen, werkgeversverklaringen). Dit blijkt uit zowel de correspondentietesten als de
mystery calls.

Conclusie
De onderzoekers concluderen dat er in Nederland sprake is van discriminatie bij het verkrijgen van een huurwoning aangeboden door een particuliere verhuurder. Met name buiten de vier grootste steden van Nederland hebben mensen met een Marokkaans klinkende naam structureel significant minder kans om
uitgenodigd te worden voor een bezichtiging van een huurwoning. Wel is de netto-discriminatiegraad, ook bij deze groepen, gedaald ten opzichte van vorig jaar. Op basis van de correspondentietesten kunnen we stellen dat er in deze specifieke fase van het verhuurproces minder discriminatie plaatsvindt dan in de voorgaande jaren.
Ook concluderen wij dat verhuurbemiddelaars nog steeds bereid zijn om mee te werken aan een discriminerend verzoek. Uit de 203 mystery calls blijkt namelijk dat een niet te verwaarlozen deel van de verhuurbemiddelaars bereid is om bewust mensen met een niet-Nederlandse achtergrond direct of indirect uit te sluiten voor verhuring wanneer een verhuurder daar om vraagt (37% ten opzichte van 35% in 2021/2022). Hier staat tegenover dat het aandeel verhuurbemiddelaars dat niet mee wil werken ook gestegen is. Namelijk naar 21% ten opzichte van 16% in 2021/2022. Ook het aandeel dat aangeeft zelf niet te discrimineren, maar benadrukt dat de keuze aan de verhuurder is, is gedaald
van 34% in 2021/2022 naar 30%.
Alle antwoorden overziend is het aandeel van de gesproken verhuurbemiddelaars dat niet expliciet tegen het discriminerende verzoek ingaat en daarmee direct óf indirect meewerkt aan discriminatie in 2023 73%. Dit is een kleiner aandeel dan in de vorige landelijke monitor (2021/2022), waar dit aandeel nog 80% was.


Reactie minister Hugo de Jonge
Uit zowel de correspondentietesten als de mystery calls blijkt dat er in Nederland nog steeds sprake is van discriminatie en dat de intentie om te discrimineren nog niet verdwenen is. Wel is er over de gehele linie sprake van een daling wat een eerste indicatie kan zijn dat het woondiscriminatiebeleid effect heeft. De motie van het lid Van Baarle8 verzoekt mij te pogen in een volgende monitor
woningmarkt-discriminatie het effect van maatregelen tegen woningmarktdiscriminatie te meten. Hier heb ik uitvoering aan gegeven. Ik heb de onderzoekers in de derde landelijke monitor gevraagd een eerste aanzet te doen om onderzoeken wat de effectiviteit van beleid is op het tegengaan van
woondiscriminatie. Hierbij kwam onder andere naar voren dat het aantonen van de effectiviteit van beleid complex is, maar dat de gezamenlijke aanpak van woondiscriminatie mogelijk invloed heeft gehad op de daling van de discriminatiecijfers bij de correspondentietesten, als ook de daling van het aantal verhuurderbemiddelaars dat direct of indirect mee wil werken aan discriminatie. Via de aanpak woondiscriminatie is het onderwerp immers meer belicht en is er meer bewustwording gecreëerd. Meer bewustwording is onder andere bereikt door de voorlichtings- en bewustwordingscampagne “Wijs discriminatie de deur”,via de Wet goed verhuurderschap die per 1 juli 2023 in werking is getreden, via
de eerdere twee jaarlijkse landelijke monitoren en via de lokale en  branchegerichte aanpak waarbij er frequent contact is geweest met relevante partners over het onderwerp woondiscriminatie. Ik ben de partners in de aanpak,dankbaar voor hun inzet en bijdrage. Het is mijn voornemen om in de volgende
monitor de effectiviteit van de maatregelen tegen woondiscriminatie verder te onderzoeken.

Voortgang van de aanpak woondiscriminatie
Discriminatie is een hardnekkig verschijnsel dat onze aandacht en onverminderde inzet blijft vragen.
Hierbij informeer ik u hoe ik dat doe en waar we nu staan.

1. Monitoring en onderzoek
Van de eerste actielijn heb ik de resultaten in deze brief geschetst. Ik blijf de monitoring jaarlijks uitvoeren en blijf daarbij ook scherp op het actueel houden van de onderzoeksvragen, zodat ons beeld van woondiscriminatie en waar de aanpak zich op moet richten beter wordt. Dit jaar is er een Europees
aanbestedingstraject gestart om de monitor de komende vier jaren uit te kunnen voeren.

2. Voorlichting- en bewustwording
Om discriminatie tegen te gaan is het van belang dat bij relevante partijen bekend is wanneer er sprake is van discriminatie, hoe dit te herkennen is en wat men kan doen als er vermoedens zijn van discriminatie. In november 2022 ben ik gestart met de eerste fase van het communicatietraject “Wijs discriminatie de deur”. Deze fase is tijdens het bestuurlijk overleg woondiscriminatie (BO) symbolisch is afgetrapt. Daarbij heb ik de samenwerking gezocht met gemeenten, brancheorganisaties en antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s).11 Zij hebben het gezamenlijke voorlichtings- en bewustwordingsmateriaal gericht verspreid onder hun achterban. De eerste fase was een pilot die van te voren is getest bij het publiek.

De tweede fase van het communicatietraject is van start gegaan rondom de op 1 juli 2023 in werking getreden Wet goed verhuurderschap (actielijn 3). In deze tweede fase worden verhuurders, huurders en andere belanghebbenden geïnformeerd over de nieuwe regelgeving, die onder andere ziet op het voorkomen van discriminatie. Hiertoe is de informatie op Rijksoverheid.nl en Volkshuisvestingnederland.nl aangevuld met de nieuwe regelgeving als gevolg van de Wet goed verhuurderschap, waarmee discriminatie wordt tegengegaan. Daarnaast krijgt het huidige communicatiemateriaal een actualisering. Dit materiaal wordt in de komende maanden ontwikkeld en getest
 
3. Afdwingbare regelgeving via de Wet goed verhuurderschap


Met
 de Wet goed verhuurderschap is per 1 juli 2023 een landelijke basisnorm voor goed verhuurderschap geïntroduceerd in de vorm van algemene regels die gelden voor alle verhuurders en verhuurbemiddelaars. Deze regels zien onder andere toe op het voorkomen van discriminatie. In de algemene regels wordt voorgeschreven dat verhuurders en verhuurbemiddelaars een helder en transparant selectieproces moeten hanteren, waarbij zij gebruik dienen te maken van objectieve en niet-discriminerende selectiecriteria en dat  ze de keuze voor de huurder moeten motiveren en mededelen aan de afgewezen kandidaat-huurders. Verhuurders en verhuurbemiddelaars moeten daarnaast
vanaf 1 januari 2024 beschikken over een werkwijze gericht op het voorkomen van discriminatie. Deze werkwijze moet schriftelijk vastgelegd worden en eenieder moet hier kennis van kunnen nemen. Gemeenten handhaven de algemene regels en kunnen bestuursrechtelijke sancties op leggen.

Deze nieuwe mogelijkheden voor gemeenten zijn een aanvulling op de bestaande mogelijkheden van het College voor de Rechten van de Mens om onderzoek in te stellen naar gesteld onderscheid op een van de wettelijk beschermde persoonskenmerken zoals opgenomen in de Algemene wet gelijke behandeling en aanverwante gelijke behandelingswetten en de strafrechtketen op grond van de
antidiscriminatiebepalingen in het Wetboek van Strafrecht. In mei 2023 heeft RIGO, in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Binnenlandse zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK), een handreiking Goed verhuurderschap gemaakt voor gemeenten om invulling te geven aan hun nieuwe taak Deze handreiking is in samenwerking met de VNG, verschillende gemeenten en BZK tot stand gekomen.
Ook zijn hierbij diverse belangenorganisaties geraadpleegd, waaronder discriminatie.nl ,de landelijke vereniging ADV’s. In de handreiking is onder meer aandacht geschonken aan het feit dat  ADV’s de gemeenten op verschillende manieren kunnen ondersteunen bij de uitvoering van de Wet goed
verhuurderschap. Zij beschikken over kennis en kunde op het gebied van antidiscriminatiewetgeving. Zo kunnen zij trainingen geven aan handhavers om discriminatie te herkennen. Ook kunnen zij gezamenlijk optrekken met de gemeente en helpen bij de dossieropbouw of kan er doorverwezen worden naar een ADV als het gaat om (woon)discriminatie.

4. Het versterken van de lokale en branchegerichte aanpak
Woondiscriminatie is een probleem dat gezamenlijk én op verschillende niveaus moet worden aangepakt. De actieve bijdrage van onze stakeholders is onmisbaar in onze strijd tegen woondiscriminatie: van voorlichting en informatievoorziening,tot het ondernemen van actie naar aanleiding van aantoonbaar discriminerend handelen. Daarom blijf ik bij mijn aanpak ook inzetten op het betrekken en ondersteunen van de betrokken partijen. Net als vorig jaar, organiseer ik ook dit
jaar een Bestuurlijk Overleg (BO) om de samenwerking verder te versterken.

Tijdens het vorige BO is onder meer besproken wat de brancheverenigingen doen om woondiscriminatie tegen te gaan. Zo hebben VBO, Vastgoedpro en NVM gezamenlijk een klachtenloket opgezet. IVBN, Vastgoed Belang, Aedes en VGM NL gaven aan een gedragscode voor hun leden te hebben opgesteld gericht op
zorgvuldig, ethisch en integer handelen. Daarnaast bieden VBO, NVM en VGM NL
de door RADAR ontwikkelde e-learning ‘eerlijk selecteren’ aan hun leden aan.
Het afgelopen jaar organiseerden Vastgoed Belang, VGM NL en IVBN bovendien nog webinars voor hun leden over de Wet goed verhuurderschap waarbij tevens uitgebreid aandacht werd besteed aan het voorkomen van woondiscriminatie. Bij
Vastgoedpro staat dit najaar een soortgelijk webinar op de planning. Daarnaast geven deze brancheorganisaties advies aan hun leden over het voorkomen van woondiscriminatie en tonen zij betrokkenheid bij de campagne ‘Wijs  discriminatie de deur’. Verder wordt er op dit moment door de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ), waar de brancheverenigingen Vastgoed Belang, VGM NL en IVBN lid van zijn, ter uitvoering van de verplichting van artikel 3 Wet goed verhuurderschap
een sector-Werkwijze selectie nieuwe huurders ter voorkoming van woondiscriminatie ontwikkeld. Deze sector-Werkwijze is per 1 januari 2024 gereed, dit in lijn met de inwerkingtreding van deze verplichting op dezelfde datum. Aedes heeft in dit kader opgemerkt dat de woningcorporaties onverkort
doorgaan met het hanteren van transparante woonruimteverdeelsystemen met objectieve toewijzingscriteria. Het toewijzen van woningen door corporaties is inde Woningwet gereguleerd. De Autoriteit Woningcorporaties (AW) houdt toezicht op de wijze van toewijzen en de governance. Woningcorporaties leggen in hun jaarverslag daarover verantwoording af. Bij Woningwet is het voorbeeld klachtenreglement van Aedes op alle woningcorporaties van toepassing verklaard.
Dat reglement schrijft voor dat huurders en kandidaat-huurders van woningcorporaties met klachten over de woningcorporatie terecht kunnen bij een onafhankelijke klachtencommissie en daarna bij de Huurcommissie. Voorts geldt er bij de NVM een permanente en verplichte educatie voor NVM-makelaars, wordt er frequent aandacht besteed aan woondiscriminatie in nieuwsbrieven en
bijeenkomsten, heeft de NVM een eigen meldpunt voor niet-integer handelen en worden er audits uitgevoerd bij NVM-kantoren. Daarenboven verschijnt er dit najaar een leaflet van de NVM ter voorkoming en bewustwording van discriminatie.

Zoals het voorgaande schetst, zetten de brancheverenigingen zich volop in om bewustwording te creëren en woondiscriminatie tegen te gaan. Het is voor mij dan ook van belang om het contact met brancheverenigingen goed te onderhouden en hen de mogelijkheid te bieden om zowel hun eigen kennis als vragen te delen met BZK. Om deze reden bestaat er, naast frequent contact via verschillende kanalen, een terugkerend driemaandelijks overleg tussen BZK en de brancheverenigingen.

De motie van het lid Van Baarle verzoekt mij om de ontwikkeling van de platforms die objectieve en transparante toewijzing van (huur)woningen bevorderen, te monitoren en waar motiverend voor de bestrijding van discriminatie de brede uitrol ervan te stimuleren. Hier heb ik uitvoering aan
gegeven. Tijdens het periodieke overleg met de brancheverenigingen komen ook de mogelijkheden voor platforms en systemen die objectieve en transparante toewijzing bevorderen uitgebreid aan bod. Dit heeft er onder meer toe geleid dat de e-learning ‘eerlijk selecteren’ van VBO ook is uitgerold door NVM en VGM

Behalve met de brancheorganisaties, organiseert BZK tevens een periodiek overleg over woondiscriminatie met diverse gemeenten. Tijdens deze overleggen worden de diverse beleidsontwikkelingen en -keuzes besproken en bekeken of en hoe er eventueel samen gewerkt kan worden.

Verder ben ik in het kader van de versterking van de lokale aanpak gestart met een pilot in samenwerking met twee ADV’s, namelijk Stichting Antidiscriminatievoorziening Limburg en Stichting Bureau Gelijke Behandeling Flevoland. Deze pilot dient onder meer het doel om te onderzoeken of het
mogelijk is om op regionaal niveau opvolging te geven aan de jaarlijkse landelijke monitor en in hoeverre ADV’s hierin een rol kunnen spelen met een meer preventieve taak. De ADV’s gaan door deze pilot in gesprek met verhuurbemiddelaars over hun rol in het voorkomen van woondiscriminatie. Ook
staat deze pilot in het teken van samenwerking. Zo worden verschillende partijen, waaronder gemeenten, de VNG, discriminatie.nl, RADAR én brancheverenigingen voor verhuurbemiddelaars, betrokken bij de pilot. Mijn streven is om de resultaten van deze pilot vóór het kerstreces met de Kamer te delen.

Wat tot slot nog van belang is voor de versterking van de lokale en branchegerichte aanpak is dat gemeenten via de Wet goed verhuurderschap meer in contact treden met de ADV’s die zich in hun gemeente bevinden. Een mogelijk gevolg hiervan is dat gemeenten en ADV’s meer samenwerken wat tot meer zichtbaarheid van de ADV’s kan leiden. De ADV’s kunnen immers behulpzaam zijn bij de handhaving op discriminatie aangezien zij de kennis en kunde bezitten over dit onderwerp.


Verder lezen:

Kamerbrief over voortgang aanpak woondiscriminatie

Monitor discriminatie bij woningverhuur 2023




De aanpak ziet er gedegen uit: wetgeving, betrokkenheid actoren zoals adb en belangenorganisaties, voorlichting, bewustwording en monitoring. Er zijn indicaties dat het effect heeft. Voorbeeld voor alle beleidsonderdelen. Als de andere beleidsonderdelen zoals arbeid, onderwijs, zorg op een vergelijkbare manier worden opgebouwd kun je beter vergelijken. 
Opvallend is dat de discriminatie buiten de G4 hoger is dan in de G4 zelf. Een verdieping zou wenselijk zijn omdat in overige rapporten het precies omgekeerd is.
Een omissie is dat discriminatie op basis van huidskleur geen onderdeel uitmaakt van de monitoring.
Een evaluatie van de toewijzing woningen door woningcorporaties mag niet ontbreken. Ook verkoop van woningen is geen onderdeel van deze monitor












Reacties

Populaire posts van deze blog

Factsheet statushouders en gezinsmigranten: rapportage inburgering, onderwijs, werk en bijstand: Inburgering statushouders vlakt af

Autoriteit Persoonsgegevens roept minister Hoekstra op het matje om algoritme

NRC De Stedelijk-directie over de diversiteitsslag: ‘Er zijn veel dingen waarover we ongemak voelen’