NRC Migratie-experts sceptisch over asielakkoord: ‘Waarom zou het nu wel werken?’
Asielakkoord Komt de oplossing voor het asielvraagstuk dichterbij met het akkoord dat de Europese ministers donderdagavond sloten? Migratiedeskundigen zijn sceptisch
![]() |
| Telefooncellen bij een opvangplek voor migranten op het Italiaanse eiland Lampedusa, ten zuiden van Sicilië. 📸Vincenzo Pinto/AFP |
Na zes moeizame onderhandelingsjaren bereikten 27 EU-ministers donderdagavond onverwacht een akkoord over hoe de Europese gemeenschap voortaan met asielverzoeken wil omgaan. „Belangrijke stappen”, zei staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) vrijdag in een filmpje op zijn sociale mediakanalen. Eindelijk Europese vooruitgang op een dossier dat al „járen” stilstond, onderschreef zijn partijgenoot Malik Azmani in Goedemorgen Nederland. Beiden verwachten dat lidstaten „gezamenlijke verantwoordelijkheid” zullen gaan nemen. Het Europees Parlement waar Azmani deel van uitmaakt moet de regels nog goedkeuren.
Wordt het asielvraagstuk straks dan echt opgelost? Migratiedeskundigen zijn sceptisch, en maken zich zorgen over de rechtsbescherming van asielzoekers.
Belangrijke eerste landen van aankomst zoals Italië en Griekenland klagen al jaren dat ze de komst van vele tienduizenden asielzoekers per jaar niet meer aankunnen. Eerdere pogingen om asielzoekers eerlijker over de EU te verdelen strandden op politieke onwil bij met name Centraal-Europese landen als Hongarije en Polen.
Eerste aankomstlanden worden onder de nieuwe regels opnieuw verantwoordelijk voor een procedure aan hun grenzen, waar zal worden ingeschat hoeveel kans iemand maakt op een verblijfsvergunning. Kansarme asielzoekers worden vastgezet en doorlopen een snelle asielprocedure, gezinnen met kinderen niet uitgezonderd. Het herkomstland is hierbij van belang. Als het gemiddelde inwilligingscijfer voor dat land onder de 20 procent ligt, wordt iemand als ‘kansloos’ beschouwd. Maar vluchtelingenverdragen schrijven voor dat immigratiediensten hun beslissing moeten baseren op een zorgvuldige toetsing van een individueel verhaal, zegt de Belgische migratiedeskundige Pascal DeBruyne. „Internationale bescherming is nooit gebaseerd op de kans per land.” Detentie dreigt ook voor asielzoekers die geen (geldige) identiteitspapieren hebben. „Waanzinnig”, zegt hij. „De kans dat asielzoekers geldige documenten bij zich hebben, is heel klein.”
30.000 detentieplekken
Ook migratiedeskundige Saskia Bonjour is „niet heel blij” met de nieuwe grensprocedure die lidstaten voor ogen hebben. „Inwilligingspercentages variëren tussen lidstaten”, signaleert zij. „Gemiddeld maakt een Turkse asielzoeker 40 procent kans op een verblijfsvergunning, in Griekenland 11 procent.” Zeker is, ziet de universitair hoofddocent politicologie, dat het aantal detenties aan de Europese grenzen zal oplopen. Lidstaten verwachten een behoefte aan 30.000 detentiebedden. „Italië hield vorig jaar 5.000 asielzoekers in grensdetentie”, zegt Bonjour.
Nieuw is het plan om afgewezen asielzoekers naar een ‘veilig derde land’ buiten de EU te sturen, ook als ze daar geen enkele band mee hebben. Bonjour: „Nu kan dat niet zomaar. Er moet een band zijn, dus dat iemand daar eerder verbleef of asiel heeft gehad.” Als het aan de lidstaten ligt, volstaat het feit dat iemand er op doorreis is geweest.
Migratiedeals met landen als Tunesië moeten dit soort overdrachten mogelijk maken. Premier Rutte reist zondag naar het Noord-Afrikaanse land met zijn Italiaanse ambtsgenoot Giorgia Meloni en Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Zij willen een migratiedeal sluiten met de regering van de autocratische president Kais Saied. Of dit zondag gaat gebeuren is onzeker, maar is sinds donderdagavond niet uitgesloten.
Dwingende solidariteit
Onder de nieuwe asielregels worden ‘kansrijke’ asielzoekers eerlijk over de 27 EU-lidstaten verdeeld. Landen die hun verantwoordelijkheid niet willen nemen, betalen 20.000 euro per niet-opgenomen asielzoeker. „De meer dwingende solidariteit”, noemt hoogleraar Europees recht Jorrit Rijpma dit idee. „De vraag is in hoeverre landen als Hongarije dit, zoals eerder bij het herverdelingsmechanisme, gaan saboteren of hun verantwoordelijkheid afkopen.”
Zijn de nieuwe afspraken een verandering? Ja en nee, zegt de Belgische migratiedeskundige Pascal De Bruyne. De grensprocedure doet hem denken aan wat er nu op Griekse eilanden als Lesbos gebeurt. „Waarom zou het nu wel werken?” De bereikte overeenstemming onder de Europese ministers laat volgens hem zien dat het „ethisch en wettelijk bedenkelijke” steeds meer de standaard wordt. De vraag of iemand recht heeft op internationale bescherming wordt in een situatie van gevangenschap beantwoord, ook voor gezinnen met kinderen. Het lot van alleenstaande minderjarige asielzoekers blijft ongewis. Lidstaten wilden hen in meerderheid uitzonderen van detentie, maar hun situatie is volgens De Bruyne „niet opgenomen in de tekst”.
De versterking van de buitengrenzen is „op papier een heel logisch plan”, stelt hoogleraar Rijpma. Of dit „op een menswaardige manier” kan worden georganiseerd, is volgens hem maar zeer de vraag. Hij vreest net als DeBruyne voor „hotspots” als het kamp Moria op Lesbos.
De buitengrenzen tellen straks niet meer als Europees grondgebied, als het aan de lidstaten ligt. Het baart migratiedeskundige DeBruyne veel zorgen. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft in zijn uitspraken geoordeeld dat „de fictie van non-entry” juridisch niks betekent, en dat landen zich wel degelijk aan Europese regels moeten houden. „Maar de politieke wil is anders”, zegt hij. Tekenend, vindt hij, is dat illegale pushbacks op geen enkele manier worden bestraft door de Europese Commissie.
Of rechters het detineren van asielzoekers goed zullen keuren, moet in de toekomst blijken en is afhankelijk van de verwoording van de specifieke regels daarover. „Ik kan me voorstellen dat rechters bij minderjarigen streng zullen toetsen aan noodzaak en proportionaliteit”, zegt Rijpma.
Het Europees Parlement, dat heeft meegekeken naar de nieuwe regels, is nu aan zet. In hoeverre het de regels in stand houdt, moet na de zomer blijken. „Het parlement let meer dan de ministers op mensenrechten en juridische waarborgen”, zegt Saskia Bonjour. DeBruyne is pessimistisch. Hij ziet dat progressieve partijen „binnen diverse regeringen” achter „problematische” punten op ethisch, juridisch en praktisch vlak staan. „Ik kan alleen maar hópen dat er tegenspraak komt.”
De Europese migratieministers bereikten donderdag na een urenlange vergadering een akkoord over migratie dat al snel ‘historisch’ werd genoemd, omdat er voor het eerst in jaren een compromis mogelijk bleek. Maar wat behelst het akkoord, waarover nog onderhandeld moet worden met het Europees Parlement? Er zijn afspraken gemaakt over de asielprocedure en over de omgang met migranten.
- Strengere procedure voor kansarme asielzoekers buiten de EU. Wanneer migranten aankloppen voor internationale bescherming, moeten alle landen in de toekomst dezelfde procedures volgen. Zo zijn er afspraken gemaakt over de duur van de procedure en over de rechten van een asielzoeker, zoals juridische bijstand. Uitgangspunt is daarbij dat de asielzoeker meewerkt.
- Landen aan de EU-buitengrens worden verplicht om aan de grens meteen te beoordelen of een asielaanvraag kans maakt. Asielzoekers van wie de aanvraag weinig kans maakt, komen in een versnelde grensprocedure. Als een migrant uit een land komt waarvan minder dan twintig procent van de asielaanvragen wordt gehonoreerd, dan geldt de aanvraag meteen als kansloos en volgt de versnelde procedure. De snelle grensprocedure mag niet langer dan zes maanden in beslag nemen. Asielzoekers die in de ‘grensprocedure’ zitten mogen gedurende die tijd de Europese Unie niet in, maar ze mogen wel weer naar een land buiten de Unie reizen.
- Lidstaten aan de buitengrens moeten voldoende opvangcapaciteit hebben én genoeg mensen om aanvragen te beoordelen. Opgeteld moeten er aan de buitengrenzen straks op elk moment 30.000 mensen opgevangen kunnen worden. Er wordt van uitgegaan dat die 30.000 plekken in een jaar 120.000 asielzoekers aankunnen. Hoeveel plekken elk land beschikbaar moet hebben, wordt bepaald aan de hand van het aantal asielzoekers van de afgelopen drie jaar.
- Afgewezen asielzoekers kunnen uitgezet worden naar een land waar ze een ‘band’ mee hebben. Dat kan een land zijn waar ze verbleven op doorreis naar Europa, mits dat land de mensenrechten respecteert.
- Verplichte solidariteit en afkoopsom. Om te voorkomen dat slechts een paar landen verantwoordelijk zijn voor de bulk van de asielaanvragen, wordt er een verplichte solidariteit tussen de landen afgesproken. Als een grensland de aanvragen niet meer aankan, moeten andere landen bijspringen. Dat kan door asielzoekers over te nemen of door bij te dragen aan de asielprocedure aan de grens, bijvoorbeeld door personeel te sturen. Een land kan zijn solidariteit ook afkopen, door 20.000 euro per asielzoeker te betalen. De herplaatsing is dus niet verplicht, de solidariteit wel.
- De nieuwe regels voor migratie komen in plaats van de bestaande Dublin-regels. Daarin is vastgelegd welke lidstaat verantwoordelijk is voor een asielaanvraag. Uitgangspunt blijft dat asiel wordt aangevraagd in het land waar een asielzoeker binnenkomt. Het wordt straks eenvoudiger om asielzoekers die zich elders melden, terug te sturen naar het land van binnenkomst
- . 🖋 Michel-Kerres/
Bron:
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2023/06/data101590423-092c5b.jpg)
Reacties
Een reactie posten