Opvang, school, werk: het hele asieldossier ligt stil. ‘De toekomst van jonge asielzoekers staat op het spel’

 

Mark Buijs, de burgemeester van Oosterhout, bezoekt een ISK-school in Breda voor leerlingen die het Nederlands moeten leren, onder wie jonge asielkinderen.📸Guus Dubbelman

Stilstand dreigt in het asieldossier na de val van het kabinet. De Oosterhoutse burgemeester Mark Buijs en de Bredase wethouder Arjen van Drunen slaken een noodkreet over het lot van minderjarige asielzoekers. ‘Opvang is één, maar hoe zorg je dat ze zich ontwikkelen?’




OVER DE AUTEUR
Loes Reijmer is verslaggever van de Volkskrant. Ze schrijft onder meer over migratie, asiel en polarisatie

Mark Buijs verwachtte eigenlijk dat de afspraak met de staatssecretaris niet door zou gaan. De burgemeester van Oosterhout had zijn VVD-partijgenoot Eric van der Burg vrijdagavond op televisie gezien, luttele uren na de val van het kabinet. Aangeslagen, emotioneel. Logisch ook, dacht Buijs. ‘Die man heeft zo hard gewerkt. Allemaal voor niets geweest. Doodzonde.’

Toch wandelde Van der Burg maandagmiddag, drie dagen nadat Rutte IV was geklapt, gewoon het Brabantse provinciehuis binnen. ‘Net voordat de vergadering begon, hoorde hij dat de spreidingswet hoogstwaarschijnlijk controversieel verklaard gaat worden’, zegt Buijs. ‘Toen zag ik wel dat hij teleurgesteld was. We constateerden allebei: dit gaat niet helpen.’

Het treffen illustreert de onbestemde staat waarin het asieldossier terechtgekomen is. In Den Haag liepen de raderen altijd al traag, maar na de val van het kabinet zijn ze officieel tot stilstand gekomen. Geen akkoord in de onderhandelingen over migratie, geen spreidingswet. Tegelijkertijd raast de opvangproblematiek voort. Elke dag melden zich in Ter Apel nieuwe mensen, elke dag worden duizenden asielzoekers wakker in noodopvanglocaties die door de rechter als niet-menswaardig zijn bestempeld. Het politieke gesprek mag dan zijn gestokt, staatssecretaris Van der Burg moet door. Bedden regelen, leuren bij burgemeesters.

.

‘Het zal moeilijker voor hem worden om deze zomer voldoende plekken te vinden en te voorkomen dat er mensen buiten slapen’, zegt burgemeester Buijs. ‘Ik vind het niet netjes van de VVD om je eigen staatssecretaris zo te laten bungelen.’

Dat de spreidingswet hoogstwaarschijnlijk controversieel wordt verklaard, is ook voor gemeenten een klap in het gezicht, benadrukt Buijs. Aanvankelijk werd er heus wel gemord over de wet, in de ene gemeente meer dan in de andere. Maar gaandeweg gingen ze er braaf mee aan de slag, locaties zoeken, kijken wat voor type opvang bij de omgeving past. Nu is hij bang dat bestuurders hun plannen staken. ‘Er is geen stok achter de deur meer.’

Ja, hij is teleurgesteld. In Den Haag, in zijn VVD. ‘Ik heb niet bij die onderhandelingen over migratie gezeten, dus ik weet niet hoe het gegaan is. Maar de consequentie is dat we zeker een half jaar stilstaan terwijl er voor gemeenten grote opgaven zijn. We hebben het Rijk nodig. Voor de energietransitie, de woningmarkt, asielzoekers. En dan besluiten ze daar even dat het allemaal stil komt te liggen.’

Weten jullie wie dit zijn?

In Breda, twee weken eerder, beweegt Buijs (54) zich als een wervelstorm door de gangen van de ISK-school (internationale schakelklas). Grote stappen, weidse armgebaren, de witte tanden bloot. Hier en daar deelt hij een high five uit. Naast hem loopt Arjen van Drunen (29), meer een man van de handdruk. Hij is de wethouder voor wonen, onderwijs en inburgering namens de PvdA in Breda. De twee trekken veel samen op bij de opvang van asielzoekers in hun regio.

‘Weten jullie wie dit zijn?’, vraagt een docent aan haar leerlingen als de mannen haar klas binnenkomen. Knipoog opzij: ‘Zo rustig zijn ze nooit, hoor.’ Een jongen hoort de uitleg met steeds grotere ogen aan. ‘Wow’, verzucht hij uiteindelijk.

Van Drunen en Buijs wilden graag op deze school afspreken, waar les wordt gegeven aan jongeren die nog Nederlands moeten leren. In de klassen zitten kinderen van arbeidsmigranten, van Oekraïners, van mensen die voor de liefde naar Nederland zijn gekomen. Maar om die leerlingen gaat het nu niet. De wethouder en burgemeester willen het hebben over de jonge asielzoekers die ook op deze school zitten, en de velen die nog op de wachtlijst staan. ‘Een noodkreet’, noemen ze het.
De Bredase wethouder Arjen van Drunen praat met leerlingen van de ISK-school in Breda. Van Drunen en Buijs trekken veel samen op bij de opvang van asielzoekers. 📸Guus Dubbelman


De Bredase wethouder Arjen van Drunen praat met leerlingen van de ISK-school in Breda. Van Drunen en Buijs trekken veel samen op bij de opvang van asielzoekers.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant
De toekomst van deze jongeren staat op het spel, menen ze. Eind mei berichtte BN/De Stem over de omstandigheden waarin zestig alleenstaande minderjarige asielzoekers in een Oosterhouts hotel verbleven. Ze voelden zich verwaarloosd, het zou er onveilig zijn door de onderlinge spanningen en gebrekkige begeleiding. Bezorgde medewerkers konden het niet meer aanzien en stapten naar de krant. Na de publicatie drong de volledige gemeenteraad er bij Buijs op aan om de jongeren zo goed mogelijk te begeleiden. ‘Ik was blij met die opdracht’, zegt de burgemeester. ‘Vervolgens ging ik kijken wat er mogelijk is en realiseerde me: hoe moet ik dat in hemelsnaam voor elkaar krijgen?’

In Den Haag is er veel te weinig aandacht voor het hele verhaal, vinden de twee. Daar overheerst ‘een spreadsheetmentaliteit’, in de woorden van Van Drunen. Alle aandacht gaat uit naar het vinden van bedden. Wat er vervolgens met de jongeren gebeurt, hoe ze zo goed mogelijk begeleid kunnen worden: dat moeten de gemeenten zelf maar uitzoeken.

Wachtlijst

De wethouder en de burgemeester merken dat ze de jonge asielzoekers weinig kunnen bieden. De ISK-school heeft een wachtlijst van 150 jongeren. Leerlingen die wel naar school mogen, krijgen soms maar twee uur per dag les. ‘Graag zouden we ter aanvulling werkstages aanbieden’, zegt Van Drunen. ‘Dat ik afspraken maak met de Albert Heijn hier in het winkelcentrum. Maar dat mag allemaal niet.’

Vrijwel elke maand krijgt de wethouder een brief van de staatssecretaris, waarin wordt gevraagd om extra opvangplekken, vooral voor alleenstaande minderjarigen. ‘Ik regel die bedden, want mensen hebben recht op een dak boven hun hoofd. Maar vervolgens schend ik een ander grondrecht, namelijk het recht op onderwijs. Die randvoorwaarden worden steevast vergeten: inburgering, integratie, onderwijs, stages, werk. En over tien jaar zijn we verbaasd dat deze mensen niet goed meekomen.’




‘Dan zijn we geneigd het hún kwalijk te nemen’, zegt Buijs. ‘Maar nee, we moeten ze gewoon betere omstandigheden bieden. Opvang is één, maar hoe zorg je dat ze zich ontwikkelen? Dat ze echt mee gaan doen? In plaats daarvan zitten ze terneergeslagen en zonder enig perspectief in dat hotel. Ze mogen niet werken en gaan nauwelijks naar school. Als we niets doen, zullen ze de rest van hun leven op halve kracht functioneren.’

Onbegrijpelijk, vindt hij. ‘Want we weten bijna zeker dat ze hier mogen blijven, hè. Het zijn voornamelijk Syrische en Afghaanse jongens, het grootste deel zal dus een verblijfsstatus krijgen. Dan moeten we er toch een succes van maken?’

De bestuurders geven het direct toe: ze plakken pleisters. De ISK-school groeide in een jaar tijd van 400 naar 700 leerlingen, door de komst van zowel Oekraïners als minderjarige asielzoekers en statushouders naar de regio. ‘Dat is een hele operatie’, zegt Van Drunen. ‘Iets wat in Den Haag nogal over het hoofd gezien is.’ Als noodoplossing beginnen ze na de vakantie een aparte school voor Oekraïners, waar Oekraïense docenten les kunnen geven. ‘Dat geeft weer een beetje lucht hier.’

In de landelijke politiek ligt het asieldossier op te veel borden, analyseert hij. Iedereen is verantwoordelijk voor een stukje: de staatssecretaris regelt de opvangplekken, de minister van Sociale Zaken gaat over werk en de minister van Onderwijs over de scholing. ‘Dat leidt tot blinde vlekken. Als wethouder ga ik zowel over wonen als over onderwijs en inburgering. Daardoor voel ik meteen dat het schuurt, dat we het ene wel regelen, en het andere niet.’

Sentiment in Den Haag

In de vergaderruimte van de school gaat Buijs wat verder over de tafel hangen. ‘Maar Arjen’, zegt hij. ‘Het sentiment is er toch ook helemaal niet naar in Den Haag? Van der Burg doet zijn best om dingen geregeld te krijgen, maar wat er in de Tweede Kamer wordt geroepen over asielzoekers staat haaks op wat wij voor elkaar proberen te krijgen.’


Ja, ja, ja – óók in de VVD, zijn partij. ‘In de eerste plaats ben ik burgemeester, pas in de tweede plaats ben ik VVD’er. Als burgervader probeer je het beste te doen voor je inwoners en dat strookt niet altijd met wat een politieke partij wil. Kijk, over de instroom ga ik niet, daar bemoei ik me niet mee. Maar als de asielzoekers eenmaal in onze gemeente zijn, dan wil ik dat ze zich een van ons voelen, dat ze het hier kunnen maken.’

Een samenwerking met de PVV, zoals Kamerlid Ruben Brekelmans deze week opperde? Ook daar gaat hij niet over, zegt de burgemeester. ‘Ik hoop altijd dat er in Den Haag humane en verstandige keuzen gemaakt worden.’Het gesleep met asielzoekers van noodopvang naar noodopvang, de strenge regels en bureaucratische hobbels voor werk: Buijs vreest dat het ontmoedigingsbeleid is. ‘Geraffineerd, bijna.’ Neem de regel dat asielzoekers maar 24 weken per jaar mogen werken. Zijn ze net gewend, moeten ze weer stoppen. ‘Wie verzint dat? De vrees is dan dat mensen die weg moeten, het idee krijgen dat ze mogen blijven. Terwijl dat om zo’n klein deel gaat. Moeten we daarvoor de rest aan de kant zetten?’

Ze merken het ook aan de inwoners van hun gemeenten. Die maken zich het meeste zorgen als asielzoekers niets te doen hebben. Laatst was Van Drunen op een bewonersavond voor een nieuwe locatie van 264 bedden. Hij vertelde dat elders in de stad achthonderd mensen probleemloos worden opgevangen, het grootste deel afkomstig uit Oekraïne. ‘Dat zegt u nu wel’, kreeg hij te horen. ‘Maar die mensen mogen werken.’

‘Als bestuurder krijg je het dan in je gezicht terug’, zegt Van Drunen. ‘Er komt ook meer acceptatie als bewoners zien dat asielzoekers meerwaarde hebben voor Nederland’, vult Buijs aan. ‘Die mensen zijn nu eenmaal binnen. Pakken we het niet goed aan, dan zal dat tot veel ellende en kosten leiden. Terwijl het zo goed kan gaan. We hebben ze nodig. Er zijn zoveel mooie plekken te verdelen in onze samenleving.’

Bron : 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Factsheet statushouders en gezinsmigranten: rapportage inburgering, onderwijs, werk en bijstand: Inburgering statushouders vlakt af

Autoriteit Persoonsgegevens roept minister Hoekstra op het matje om algoritme

Slavernij uitgelegd voor kinderen